Wonderjaren

Wie is toch deze kleurrijke figuur, Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834), die naar de Pruisische Cadettenschool gaat, in een omgeving van mannenliefde verkeert, schipbreuk lijdt op reis naar de Verenigde Staten, en zich bezighoudt met het magnetisme? Een ambitieuze patriot of een prinsgezinde regentenzoon?

Samenvatting

Mei 2013

240 pagina’s

In 2013 is het tweehonderd jaar geleden dat Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834) de onafhankelijkheid van Nederland uitriep en Nederland een grondwet gaf die tot de dag van vandaag geldig is. Maar wie is deze kleurrijke figuur, die naar de Pruisische Cadettenschool gaat, in een omgeving van mannenliefde verkeert, schipbreuk lijdt op reis naar de Verenigde Staten, en zich bezighoudt met het magnetisme? Een ambitieuze patriot die na de aftocht van de Fransen het landsbestuur overneemt en voorziet van een moderne grondwet? Of toch eerder de prinsgezinde regentenzoon die ervoor zorgt dat Nederland een monarchie wordt met een koning aan het hoofd?

Het is deze ambiguïteit die hem tot een fascinerende persoon maakt, maar die er wellicht ook voor zorgt dat hij voor het grote publiek wat verscholen is gebleven, achter bekende namen als Schimmelpenninck en later Thorbecke.

Wonderjaren geeft een mooi beeld van een veelzijdig man, die nu eindelijk zijn verdiende plaats in de vaderlandse geschiedschrijving krijgt.

Hoofdstuk 1

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua.

Vivamus suscipit tortor eget felis porttitor volutpat. Vestibulum ante ipsum primis in faucibus orci luctus et ultrices posuere cubilia Curae; Donec velit neque, auctor sit amet aliquam vel, ullamcorper sit amet ligula. Curabitur arcu erat, accumsan id imperdiet et, porttitor at sem. Sed porttitor lectus nibh. Pellentesque in ipsum id orci porta dapibus. Nulla porttitor accumsan tincidunt. Curabitur non nulla sit amet nisl tempus convallis quis ac lectus. Nulla porttitor accumsan tincidunt. Curabitur non nulla sit amet nisl tempus convallis quis ac lectus.

Nulla porttitor accumsan tincidunt. Donec rutrum congue leo eget malesuada. Donec sollicitudin molestie malesuada. Vivamus suscipit tortor eget felis porttitor volutpat. Proin eget tortor risus. Mauris blandit aliquet elit, eget tincidunt nibh pulvinar a. Nulla quis lorem ut libero malesuada feugiat. Mauris blandit aliquet elit, eget tincidunt nibh pulvinar a. Vivamus magna justo, lacinia eget consectetur sed, convallis at tellus.

Vestibulum ac diam sit amet quam vehicula elementum sed sit amet dui. Curabitur non nulla sit amet nisl tempus convallis quis ac lectus. Donec sollicitudin molestie malesuada. Proin eget tortor risus. Curabitur aliquet quam id dui posuere blandit. Nulla porttitor accumsan tincidunt. Curabitur non nulla sit amet nisl tempus convallis quis ac lectus. Vestibulum ante ipsum primis in faucibus orci luctus et ultrices posuere cubilia Curae; Donec velit neque, auctor sit amet aliquam vel, ullamcorper sit amet ligula. Curabitur aliquet quam id dui posuere blandit.

Quisque velit nisi, pretium ut lacinia in, elementum id enim. Vestibulum ante ipsum primis in faucibus orci luctus et ultrices posuere cubilia Curae; Donec velit neque, auctor sit amet aliquam vel, ullamcorper sit amet ligula. Sed porttitor lectus nibh. Curabitur non nulla sit amet nisl tempus convallis quis ac lectus. Donec rutrum congue leo eget malesuada. Curabitur arcu erat, accumsan id imperdiet et, porttitor at sem. Pellentesque in ipsum id orci porta dapibus. Vestibulum ac diam sit amet quam vehicula elementum sed sit amet dui. Quisque velit nisi, pretium ut lacinia in, elementum id enim.

Sed ut perspiciatis unde omnis iste natus error sit voluptatem accusantium doloremque laudantium, totam rem aperiam, eaque ipsa quae ab illo inventore veritatis et quasi architecto beatae vitae dicta sunt explicabo.

Nemo enim ipsam voluptatem quia voluptas sit aspernatur aut odit aut fugit, sed quia consequuntur magni dolores eos qui ratione voluptatem sequi nesciunt. Neque porro quisquam.

Sed ut perspiciatis unde omnis iste natus error sit voluptatem accusantium doloremque laudantium, totam rem aperiam, eaque ipsa quae ab illo inventore veritatis et quasi architecto beatae vitae dicta sunt explicabo.

Nemo enim ipsam voluptatem quia voluptas sit aspernatur aut odit aut fugit, sed quia consequuntur.

Magni dolores eos qui ratione voluptatem sequi nesciunt. Neque porro quisquam est, qui dolorem ipsum quia dolor sit amet, consectetur.

Recensies

Nederlandse bibliotheken en bol.com

Dit boek is minder een biografie van Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834) als de vrucht van Slijkermans intensieve bestudering van diens geschriften. Van Hogendorp maakte na de Vrijwording van het Franse bewind een van de eerste Nederlandse grondwetten. De gedachten daarachter waren mede gevormd door zijn Amerikaanse reis in zijn jeugd met contact met onder meer Jefferson. Zo werd hij onze eerste echte liberaal, aan de herinnering onttrokken door Thorbecke. Van Hogendorp was tegen de slavernij. We moeten oppassen hem alleen als conservatief te beschouwen. Hij streed als eerste vice-president van de Raad van State ook tegen de autocratische Willem I. Het boek is voorzien van talrijke illustraties in zwart-wit, eindnoten, een literatuurlijst en een register. Aan het boek is direct veel aandacht besteed met een presentatie in het oude Tweede Kamergebouw. De schrijver (1969), jurist en historicus, publiceerde eerder over de Raad van State en de verhouding koning versus kabinet.

Prof. dr. L. Turksma

'Laveren tussen de Fransen en de massa', Atte Jongstra

Op heldere wijze wordt (na aanvankelijke vriendschap) de uit de rails lopende verhouding beschreven tussen Willem I en de man die in 1813 zijn troonsbestijging mogelijk maakte. Inzichtelijker dan ik elders las zien we de geniale aspecten van Van Hogendorp belicht, die in zijn Schets eener Constitutie (1812) door verhullende prenapoleontische bewoordingen een in principe moderne staat wist door te zetten (al trok Willem I hier zich in praktijk weinig van aan).

De volledige recensie kun je hier lezen.

Trouw, 18 februari 2012.

'Wonderjaren. Onderkoning Van Hogendorp krijgt iets te veel eer als wegbereider van het liberale Nederland', Anet Bleich

Slijkerman klinkt wat geshockeerd als hij moet vaststellen dat Thorbecke behalve een icoon ook een echte politicus was, bereid van mening te veranderen en ook niet vies van vuile handen.

De volledige recensie kun je hier lezen.

De Volkskrant, 13 juli 2013

'Vergeten vormgever van Nederland. Van Hogendorp effende mede de weg voor inperken van de macht van de vorst', Paul van der Steen

 

De volledige recensie lees je hier.

Trouw, 18 mei 2013

'BOEKEN: Conservatief én revolutionair. Drie boeken over '1813' geven ambivalent beeld', Bastiaan Bommeljé

Slijkerman wil Van Hogendorp ontdoen van het stigma dat hij een conservatieve Oranje-klant was die de constitutionele monarchie zag als antwoord op de volkse woelingen. Hij presenteert hem nadrukkelijk als iemand die geïnspireerd was door de Amerikaanse Revolutie, de scheiding der machten en het liberale gedachtegoed.

De volledige recensie vind je hier.

Historisch Nieuwsblad, 9/2013

'Vlotte biografie over ijdele magnetist Van Hogendorp', Enne Koops

Historicus en jurist Diederick Slijkerman, voorheen werkzaam bij de Raad van State, schreef een toegankelijke en beknopte biografie over de man die aan de wieg stond van de Nederlandse constitutionele monarchie.

De volledige recensie die in Historiek, 12 juli 2013, verschenen is, vind je hier.

'Biografie: de allereerste liberaal van Nederland', Willem Bouwman

In het Nederlands Dagblad van 31 mei 2013 vind je de recensie.

'Regisseur van de monarchie', Hans Renders

Van Hogendorp verzet zich tegen het koloniale stelsel, keurt slavernij af en theoretiseert de Franse revolutionaire idealen van vrijheid en gelijkheid in een meer Angelsaksische richting, namelijk dat vrijheid en gelijkheid verbonden zijn met vrijheid van keuzes en ondernemerschap. Hij is daarmee de eerste Nederlandse liberaal, ook al wordt Thorbecke die eer vaak gegund. De gangmaker van het huidige Nederland is in de vergetelheid geraakt, hij verdween in de schaduw van Thorbecke. Alleen al daarom is het goed dat Diederick Slijkerman nu het licht op hem heeft gezet.

Het Parool, 13 juni 2013

'Een standbeeld voor Karel', Edwin van Meerkerk

De volledige recensie is verschenen in Tijdschrift voor Geschiedenis, 3/2014.

Op Academia en Ingentaconnect kun je de recensie downloaden.

'De grondwet van Gijsbert Karel van Hogendorp', Eric Palmen

Diederick Slijkerman rekent overtuigend af met het beeld van Gijsbert Karel van Hogendorp als de orangistische conservatief, de regisseur van de Restauratie, die het Huis van Oranje na de Bataafs-Franse periode in al zijn glorie heeft hersteld. De man hield er noemenswaardig moderne ideeën op na.

De volledige recensie vind je hier.

Biografieportaal, 3/2014

Recensie van W.R.E. Velema

De recensie kun je hier lezen.

Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden (BMGN), 4/2014

Recensie van Gerry van der List

In veel landen worden de stichters van een natie in ere gehouden, zoals de Amerikaanse Founding Fathers. Maar in Nederland is de staatsman die zo’n grote rol speelde bij het ontstaan van de constitutionele monarchie, vrij onbekend. Slijkerman besteedt aandacht aan typische trekjes van Van Hogendorp, zoals diens interesse voor magnetisme, maar maakt ook duidelijk met welke wijze ideeën de regent streed voor burgerlijke vrijheden. Vlot leesbaar, bondig, informatief boek.

Elsevier, 22/2013

'Om helemaal in op te gaan. Strandacademie 2013', Sander Pleij en Jeroen Vullings

Door een in de geschiedenis onderbelichte figuur zitten we opgescheept met ons huidige koningshuis: Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834). Hij organiseerde de opstand tegen de Franse bezetter, nodigde de latere (absolutistisch regerende) Willem I uit koning te worden op grond van een door Van Hogendorp geschreven grondwet. Hij was de eerste liberaal, nog voor Thorbecke, de grondlegger van onze constitutionele monarchie, en een groot man, toont Diederick Slijkerman aan.

Vrij Nederland, 26-27/2013

Publiciteit

Debatreeks ‘De oorsprong van de grondwet’ in De Volkskrant (1998)

'Thorbecke pronkte vooral met andermans veren', Diederick Slijkerman
'Thorbecke komt wel degelijk alle lof toe voor grondwet', Leon van der Elsen
Thorbecke is vader van grondwet 1848', Pieter Stokvis
'Aan de canon van grootheden kan men niets veranderen', G.C.J.J. van den Bergh
'Thorbecke was vol lof over Van Hogendorp', Jan Drentje

“Met veel plezier heb ik het artikel van Diederick Slijkerman over Thorbeckes grondwet (Forum, 9 december) gelezen. Het is altijd de moeite waard als iemand tegen het gecanoniseerde geschiedbeeld aanschopt, en in het bijzonder als dat gebeurt met zoveel verve en kracht van argumenten. Maar of het veel helpen zal is een tweede.”

De Volkskrant, 24 december 1998: https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/thorbecke-was-vol-lof-over-van-hogendorp~bbb509dd

Boekpresentatie

Boekpresentatie 'De wonderjaren van Van Hogendorp', Parlement.com

Gerelateerde publicaties

Van Hogendorps schatplichtigheid aan de Amerikaanse Revolutie, Diederick Slijkerman

Lees hier het artikel wat in het tijdschrift Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman, jaargang 26, verschenen is.

200 Jaar Grondwet - Vader van Nederland - Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834), Diederick Slijkerman

Wie de vader is van het huidige Nederland is een onzinnige vraag. Landen worden niet geboren, hooguit gemaakt. Onder invloed van de Amerikaanse en Franse Revolutie ontstonden in Europese landen eind achttiende eeuw nieuwe maatschappelijke structuren die werden bezegeld met een grondwet. In die grondwetten werd de omvang van het land, de structuur van het bestuur en de machtenverdeling neergelegd. De vader van de Nederlandse Grondwet is Gijsbert Karel van Hogendorp. Hij maakte in 1812 de eerste schets, leidde de grondwetscommissies van 1813-1814 en 1815 en inspireerde Thorbecke bij de grondwetswijziging in 1848.

Van Hogendorp was afkomstig uit een aanzienlijk regentengeslacht waardoor het beeld kon ontstaan dat hij een conservatieve regent was. Bij nadere bestudering van zijn leven blijkt echter dat hij in alle opzichten als voorloper van de liberalen kan worden beschouwd. Hoewel hij aanvankelijk opgroeide aan de Pruisische cadettenschool te Berlijn – de eliteschool van Frederik de Grote – kreeg hij vervolgens een brede scholing in Duitse verlichte kringen. Hij kwam er in aanraking met grote Franse en Engelse verlichtingsfilosofen, zoals Voltaire, Rousseau en Hume, die zich bezighielden met de problemen van menselijke vrijheid en van de macht van de staat. Hij leerde niet de mening van zijn meerderen te volgen, maar te argumenteren en op rede en principes af te gaan. Ook de libertijnse ideeën van Rousseau in diens Bekentenissen spraken tot zijn verbeelding.

Terug in Nederland werd Karel weliswaar tot officier benoemd, maar hij wijdde zijn tijd grotendeels aan studie van de staatsinrichting van de Republiek der Verenigde Nederlanden en dan met name aan de vraag hoe de regering evenwichtiger zou kunnen worden vormgegeven. Hij zag met lede ogen aan hoe de Republiek ten onder dreigde te gaan door de strijd tussen patriotten en prinsgezinden, alsook dat de belangen van de zelfstandige staten niet altijd samengingen met die van de Nederlanden als geheel. Hij trok er de les uit dat er een sterk centraal gezag nodig was om de diverse belangengroepen in evenwicht te houden. Zo poneerde hij in een in 1782 verschenen opstel dat wetgevende en uitvoerende macht in één systeem moesten worden geregeld. Ook raakte hij geïnteresseerd in de economie als middel om nationale welvaart en nationaal welzijn te vergroten.

Begin 1783 reisde Van Hogendorp bij wijze van een grand tour met de eerste Nederlandse ambassadeur naar de Verenigde Staten. Voor de Amerikaanse kust leed zijn schip schipbreuk, waarbij hij als een van de weinigen wist te overleven. De Verenigde Staten hadden in 1776 hun onafhankelijkheid op de Engelsen bevochten, zoals Nederland de Spanjaarden van zich had afgeschud, en waren onlangs erkend. Profetisch voorzag Karel hoe belangrijk de Verenigde Staten voor Europa zouden worden, dat het door hen beleden beginsel van vrijhandel gevolgen zou hebben voor de handel op wereldschaal, en dat hun door de founding fathers ontwikkelde regeringsvorm van invloed zou zijn op Europa. Hij ontmoette er de grote mannen van de Amerikaanse Revolutie, zoals Samuel Adams, Thomas Jefferson en George Washington.

Karel was geïnteresseerd in de spanning tussen de federale regering en de afzonderlijke staten, en in het bijzonder in de positie van het Amerikaanse Congres als centrale macht. Hij zag dat het Congres als enige de bevoegdheid had om de publieke inkomsten en uitgaven goed te keuren. Het budgetrecht zou hij dan ook in de Grondwet van 1814 opnemen als belangrijkste wapen van de volksvertegenwoordiging. Verder was Karel onder de indruk van de individuele vrijheid en gelijkheid in de Amerikaanse maatschappij. Hoewel persoonlijk eigendom bepalend was voor de mate van vrijheid en ook ten grondslag lag aan sociale stratificatie, lag het binnen ieders vermogen om rijk te worden en de hoogste sociale klasse te bereiken. Dat was een ingrijpend inzicht voor hem, omdat hij tot dan toe had aangenomen dat hij tot een min of meer vaststaande bovenlaag van ‘aristocraten’ behoorde. Terug in Nederland overdacht hij zijn Amerikaanse reis en trok hij de conclusie dat het een onvermijdelijke ontwikkeling van een democratische handelsnatie was dat er een elite ontstond en dat vervolgens de volksvertegenwoordigers uit deze elite werden gerekruteerd. Om deze parlementaire elite tegenwicht te bieden, was er een representant van het gewone volk nodig, zoals in Engeland belichaamd in de koning. Dit idee van checks and balances zou hij verwerken in de Grondwetten van 1814 en 1815.

Door zijn reis in de Verenigde Staten ging Van Hogendorp dus nadenken over hoe men de diverse maatschappelijke groepen en staatsmachten in evenwicht kon houden. Hij was er ook in aanraking gekomen met de discriminatie van de zwarte bevolking en meende dat zwarten op termijn onontkoombaar gelijkelijk deel zouden krijgen aan het landsbestuur en dat desnoods zouden opeisen. De blanke overheersing beschouwde hij als een culturele kwestie en niet als een natuurlijke zaak. Ook tegenover de indianen nam hij een tolerante en cultuurrelativerende houding aan.

Op doortocht in Engeland vond Karel dat de politieke besluitvorming in dat land te veel werd bepaald door politieke partijen. Naar zijn mening hadden parlementsleden een eigen verantwoordelijkheid voor de publieke zaak. Zij dienden zich zelfstandig een mening en oordeel te vormen en deze in eerlijkheid uit te dragen. Hij toonde zich daarmee een voorloper van de negentiende-eeuwse Nederlandse liberalen die vonden dat volksvertegenwoordigers representanten van het hele Nederlandse volk waren, die zonder last of ruggespraak in het belang van het land moesten kunnen beslissen. Deze ideeën zouden terechtkomen in de Bataafse Constitutie en later door Karel worden opgenomen in de Grondwetten van 1814 en 1815. Nog steeds geldt dat de Staten-Generaal het hele Nederlandse volk vertegenwoordigen en dat de leden zonder last en ruggespraak beslissen, hoewel ‘zonder ruggespraak’ bij de grondwetsherziening van 1983 uit een soort politieke correctheid is vervallen, omdat men daaruit zou kunnen lezen dat Kamerleden helemaal niet mogen overleggen.

Bij terugkomst in Nederland koos Karel de kant van de prinsgezinden, mede omdat stadhouder Willem V en diens vrouw, prinses Wilhelmina van Pruisen, zijn vader hadden geholpen bij diens faillissement en zijn familie ook anderszins in elk opzicht hadden ondersteund. Niettemin bleef hij pleiten voor patriottische ideeën, zoals een centrale staat, een grondwet en een onafhankelijke rechterlijke macht. In zijn proefschrift uit 1786 onderschreef hij het idee van de Schotse verlichtingsfilosoof Adam Smith dat burgers evenredig aan hun inkomsten belasting dienen af te dragen. Ook met de armoedekwestie ging hij zich bezighouden, zowel op theoretisch als praktisch niveau. In de achtertuin van zijn Amsterdamse woning vestigde hij een gaarkeuken. Als lid van het Armbestuur bedacht hij een revolutionair plan om armen via onderwijs en werk hogerop te helpen. Een dergelijk plan zou in 1818 op grotere schaal worden uitgevoerd door de Maatschappij van Weldadigheid.

de grondwet van 1814
In de loop van 1812 zag Van Hogendorp hoe de Franse hegemonie langzaam begon af te nemen. Hij besefte dat Nederland zichzelf zou moeten bevrijden om niet opnieuw te worden bezet door kozakken, Pruisen of Engelsen. Karel schreef een conceptgrondwet en verzamelde medestanders om zich heen die verstand hadden van bestuur en wapens. Toen de Franse troepen uit Den Haag begonnen te vluchten, nam hij op 17 november 1813 het initiatief om de onafhankelijkheid van Nederland uit te roepen. Hij was inmiddels ook geen onbekende meer; in 1801 had hij de aandacht op zich gevestigd en zijn leven geriskeerd met zijn Verklaaring aan het Staatsbewind waarin hij pleitte voor een staatsregeling met een grondwet en Oranje aan het hoofd.

Ongetwijfeld had Karel graag als eerste president van een onafhankelijk Nederland de geschiedenis in willen gaan, maar dat was in de toenmalige internationale machtsconstellatie onmogelijk. Als reactie op de alleenheerschappij van burger-keizer Napoleon stond restauratie van de oude vorstenhuizen hoog op de agenda. Karel zond een brief naar de zoon van de erfprins met het verzoek om zich als constitutioneel vorst aan het hoofd van het land te stellen. Vervolgens probeerde hij het machtsvacuüm op te vullen door Leopold graaf van Limburg Stirum tot commandant-generaal van de strijdkrachten te benoemen en alvast een nationale vergadering in te stellen. Hij riep de regenten bijeen, maar die durfden hun nek niet uit te steken, want de Fransen waren nog steeds sterk en de strijd was onbeslist. Aangezien Karel een de dag erna bijeengeroepen bredere groep van notabelen evenmin bereid vond tot actie, besloot hij samen met Frans Adam van der Duyn van Maasdam het voorlopige landsbestuur op zich te nemen. Anders dan doorgaans wordt beweerd, was deze provisionele regering dus geen driemanschap, maar een tweemanschap.

Nadat de zoon van de erfprins op 30 november 1813 aan land gekomen was, aanvaardde hij op 2 december in Amsterdam de soevereiniteit onder waarborg van een grondwet. Hij nam de regering over van Van Hogendorp en Van der Duyn, benoemde Van Hogendorp tot minister van Buitenlandse Zaken en stelde op diens aandringen en onder diens voorzitterschap een grondwetscommissie in. De Schets van een grondwet uit 1812 van Van Hogendorp vormde het uitgangspunt van de besprekingen.

Van Hogendorp beschouwde de Unie van Utrecht uit 1579 als Nederlands eerste grondwet. Hoewel in de Bataafse Republiek diverse constituties ontstonden, was het vernieuwende van de Grondwet van 1814 dat Nederland nu zelfstandig was en het Huis van Oranje terugkwam als constitutionele monarchie. Hoewel onze huidige Grondwet teruggaat op de Grondwet van 1814, werd de grondwetswijziging van 1848 altijd zo ingrijpend geacht dat deze de Grondwet van 1814 in de schaduw heeft gesteld. Ten onrechte. De Grondwet van 1814 legde het fundament van het huidige Nederland. Lang is betoogd dat deze een conservatieve signatuur heeft en dat Van Hogendorp probeerde om de oude standenstaat van de Republiek te herstellen. Pas recentelijk is beter naar voren gekomen dat de Grondwet van 1814 wel degelijk vernieuwende tendensen bezit en dat Van Hogendorp behoedzaam en onder het mom van traditie ook vernieuwingen heeft geïntroduceerd.

Het hele idee van een ‘grondwet’ stamde van Van Hogendorp; daarvóór werd van constitutie of staatsregeling gesproken. In de Grondwet van 1814 zijn verschillende invloeden opgenomen: ideeën uit de Republiek der Verenigde Nederlanden, uit de Bataafse tijd, uit de Franse overheersing en uit de Amerikaanse en Engelse constitutionele praktijk. Van Hogendorp besteedde veel aandacht aan de verhouding tussen de verschillende staatsmachten. De Grondwet gaf de vorst een centrale plaats. De uitvoerende macht diende de vorst uit te oefenen in de Raad van State, oorspronkelijk door Van Hogendorp bedacht als een geheime raad, een pendant van de Engelse Privy Council. Verder had Van Hogendorp voor zichzelf voorzien in de functie van raadpensionaris, die in de Republiek al de tegenspeler van de stadhouder was geweest, maar de meerderheid voelde niet voor een centraal ambt naast de vorst. In de Republiek had dit veelvuldig conflicten opgeleverd.

De macht van de vorst vond zijn begrenzing in die van de volksvertegenwoordiging, die een eigen grondwettelijke positie verkreeg door het instellen van het begrotingsrecht en het recht van initiatief. Verder zorgde Van Hogendorp voor een balans tussen de macht van de rijksoverheid en die van de provincies. Hij had weinig op met de Franse bureaucratie en zocht een balans tussen centralisme en lokaal zelfbestuur. Ook was hij een voorstander van transparant openbaar bestuur. Zo wenste hij de financiële verslaglegging publiek te maken, maar op dit punt moest hij het afleggen tegen de meerderheid. Hij pleitte voor de scheiding tussen kerk en staat en vond dat de godsdienst van de vorst buiten de Grondwet moest blijven. Ten slotte stelde hij voor om de Grondwet relatief gemakkelijk, bij meerderheid van stemmen, te kunnen laten wijzigen, maar de meeste leden wensten alleen veranderingen als er een gekwalificeerde meerderheid was.

In de Grondwet verwerkte Van Hogendorp ook het idee van checks and balances tussen verschillende uitvoerende en wetgevende machten. Zowel de vorst als de Staten-Generaal vormden de wetgevende macht. Hij wilde een soort standenvertegenwoordiging in het parlement, maar stond anderzijds voor democratisering van de provinciale staten als kiescollege. Het was het klassieke Engelse idee van een gemengde regering van monarchie, aristocratie en democratie. De Grondwet had dan ook een duidelijk Angelsaksisch karakter en had weinig gemeen met de Franse traditie van Montesquieu, waarin absolute scheiding tussen de machten uitgangspunt was. De centrale positie van de vorst met verreikende uitvoerende bevoegdheden kwam overeen met die van de Amerikaanse president. Saillant is hoezeer Karel en onze Grondwet voor de politieke ideeën schatplichtig zijn aan de Verenigde Staten en Engeland.

De Grondwet werd op 29 maart 1814 in een vergadering van inderhaast bijeengeroepen notabelen aangenomen. Met de daaropvolgende grondwetsherziening van 1815 werden de Zuidelijke en de Noordelijke Nederlanden samengevoegd tot het Koninkrijk der Nederlanden. Van Hogendorp pleitte toen voor de openbaarheid van de zittingen van de Tweede Kamer. Mede dankzij de invloed van de Belgen werden de burgerlijke grondrechten uitgebreid met de vrijheid van drukpers en het recht van petitie. Van Hogendorp was daar groot voorstander van. Na de Grondwet van 1814 werd Van Hogendorp beloond met het vicepresidentschap van de Raad van State. Vervolgens werd hij na de grondwetsherziening van 1815 verheven tot graaf en, als eerste, benoemd tot minister van Staat. Als vicepresident stelde Van Hogendorp de Grondwet centraal. Hij vond dat besluitvorming haar basis in de wet diende te vinden en probeerde dan ook het idee van een rechtsstaat verder uit te bouwen. Tussen de bedrijven door probeerde hij ook nog het koloniale stelsel te hervormen en het monopolie van Nederlanders ten gunste van de inheemse bevolking te doorbreken.

continuïteit
Ook na de totstandkoming van de Grondwetten van 1814 en 1815 zou Van Hogendorp zich als vernieuwer en liberaal denkend staatsman blijven profileren. De constitutionele monarchie was aanvankelijk meer papier dan werkelijkheid, omdat koning Willem I er zich weinig aan gelegen liet liggen. Mede daarom ontstond er een conflict tussen de koning en Van Hogendorp, leidend tot het aftreden van Van

Hogendorp als vicepresident van de Raad van State. De directe aanleiding was dat de koning protectionistisch beleid wilde voeren voor de opkomende industrie in België, terwijl Karel de vrijhandel bleef propageren.

Tegen de zin van de koning in nam hij daarop plaats in de Tweede Kamer. Hij was daar een van de belangrijkste opposanten van het regeringsbeleid en verloor daardoor ten slotte ook zijn aanstelling als minister van Staat. Van Hogendorp geloofde dat het volk steeds mondiger zou worden en daarmee ook recht op inspraak behoorde te krijgen. Hij werd hierin al in 1792 beïnvloed door onder meer de Anglo-Amerikaanse vrijdenker Thomas Paine. Verder vond hij dat de overheid een taak had op het gebied van de sociale orde en het nationaal welzijn. Ook stelde hij – overigens vergeefs – een soort inkomstenbelasting naar draagkracht voor waarvan armlastigen werden vrijgesteld.

Toen de Belgen zich in 1830 afscheidden van de Noordelijke Nederlanden, publiceerde Van Hogendorp een aantal pamfletten waarin hij pleitte voor ministeriële verantwoordelijkheid en directe verkiezingen. Uiteindelijk zouden deze ideeën van Van Hogendorp worden verwerkt in de Grondwet van 1848. Thorbecke bestudeerde de geschriften van Van Hogendorp nadrukkelijk, maar verzuimde om in zijn eigen geschriften naar hem te verwijzen.

Weliswaar stamde Karel uit een bevoorrecht regentenmilieu en kwam hij vormelijk, arrogant en stijf over, hij stond voor een samenleving met vrijheid, eigen verantwoordelijkheid en gelijke kansen. Met het in de praktijk brengen van die waarden is hij niet alleen de grondlegger van de huidige Nederlandse staat geworden, maar doordesemt zijn geestelijke erfenis ook de Nederlandse maatschappij. Wij spreken Nederlands en geen Russisch of Duits, dankzij het manmoedig optreden van Van Hogendorp in 1813 en diens legitimatie van de Nederlandse onafhankelijkheid met een grondwet. Dankzij Van Hogendorp kunnen wij op 29 maart 2014 het tweehonderdjarig bestaan van de Grondwet vieren.

Bron: De Gids, 2/2014, op: https://de-gids.nl/artikelen/vader-van-nederland

Genoemd in: 'Reconsidering Constitutional Formation II', Ulrike Müßig (e.d.)
Genoemd in: 'Soevereiniteit en pluralisme', Jan van Rossem
Genoemd in: '198 jaar Koninkrijk der Nederlanden', Helm Horsten
Genoemd in: 'Studies in the History of Tax Law', Peter Harris and Dominic de Cogan (eds.)

Peter Harris and Dominic de Cogan (eds.), Studies in the History of Tax Law, Volume 8 (London 2017).

Genoemd in: 'Oranje driften. Orangisme in de Nederlandse politieke cultuur (1780-1813)', Larien Hansma
Genoemd in: 'Een republikeinse erfenis', Wijnand W. Mijnhardt

Wijnand W. Mijnhardt, Een republikeinse erfenis, afscheidscollege (Utrecht 2019).

Genoemd in: 'French as Language of Intimacy in the Modern Age: le français, langue de l'intime à l'époque moderne et contemporaine', Madeleine van Strien-Chardonneau
Genoemd in: '1813-2013: Two centuries of the Dutch kingdom', Rechtsgeschiedenis Blog

In the stream of publications concerning 1813 a number of biographies stand out. The politician responsible for drafting a new constitution, creating a temporary government and convincing the future king Willem I to accept his new task as a monarch, Gijsbert Karel van Hogendorp, is the subject of Diederick Slijkerman, Wonderjaren. Gijsbert Karel van Hoogendorp, wegbereider van Nederland [‘Wonderyears. Gijsbert Karel van Hogendorp, pioneer of the Netherlands’] (Amsterdam 2013).

Rechtsgeschiedenis Blog, Legal history with a Dutch view. Monthly Archives: November 2013. https://rechtsgeschiedenis.wordpress.com/2013/11

Wie is toch deze kleurrijke figuur, Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834), die naar de Pruisische Cadettenschool gaat, in een omgeving van mannenliefde verkeert, schipbreuk lijdt op reis naar de Verenigde Staten, en zich bezighoudt met het magnetisme? Een ambitieuze patriot of een prinsgezinde regentenzoon?